Boos over toekomst van ons pensioenstelsel?

Laten we als eerste hier meteen stellen dat in een democratie iedereen over elk onderwerp of thema mag meepraten. Iedereen mag over álles meebeslissen. Dan hebben we dat alvast helder gemaakt, om misverstanden te voorkomen. Maar, tegelijkertijd vragen we ons wel het volgende af: waarom zijn veel jongeren in Nederland boos op de ouderen?

Vooral in de felle discussies op Social Media vliegen de verwijten heen en weer: met name millenials rekenen de ouderen aan dat alle beslissingen over de toekomst van het pensioenstelsel vooral genomen worden door… die ouderen.

Of, dat werkelijk zo is, valt te betwijfelen. Er zijn immers veel jongeren actief bij politieke partijen waardoor ze zéker achter de schermen maar soms ook zichtbaar vóór de schermen invloed uitoefenen en meepraten. En, elke jongere vanaf 18 jaar kan gewoon zijn stem uitbrengen bij de Tweede Kamerverkiezingen. Ze beslissen – volgens ons – dus wel degelijk mee. Ook over het pensioenstelsel.

Eigen regie
Maar aan de andere kant vragen we ons oprecht af of deze kritische jongeren wel weten dat ze in Nederland al jarenlang juist zélf invloed kunnen uitoefenen op de regie van hun eigen individuele pensioenopbouw! Beter gezegd: iedereen in Nederland – van jong tot oud! – heeft de mogelijkheid om het toekomstige appeltje voor de dorst zélf en naar eigen persoonlijke inzichten vorm te geven.

Individualisering
Collectiviteit door deelname aan een pensioenstelsel is al lang niet meer de standaard; de overheid heeft juist al jaren geleden een beleid ingezet van toenemende individualisering waarbij de verantwoordelijkheid van pensioenopbouw – en de keuzes die daarbinnen gemaakt kunnen worden – bij de mensen zelf wordt gelegd.

Precies dát aspect zouden de kritische jongeren kunnen koesteren, want men kan in Nederland dus wel degelijk een eigen persoonlijk potje voor later opbouwen. Een potje, waar niemand anders aan kan komen dan alleen de eigenaar van dat potje zelf. Geen enkele reden – zo lijkt het ons – om ‘boos’ te zijn op de ouderen!

Gelukkig zijn er steeds meer jongeren die deze verstandige keuze maken. Zelfs studenten, die meestal niet een volledig inkomen hebben maar toch al in hele kleine stapjes iets opzijzetten voor later.

Wat doen deze jongeren dan precies?
Het antwoord is eenvoudig: ze beleggen!

Slim!

Deze beleggende jongeren hebben dan ook een verantwoorde keuze gemaakt; ze zijn begonnen op jonge leeftijd en hebben daardoor voor zichzelf de mogelijkheid gecreëerd om (pensioen)vermogen op te bouwen over een lange periode. Denk daarbij aan een tijdspanne van soms wel 30 tot 35 jaar. Ze profiteren dan meteen van het al jarenlang bewezen credo dat beleggen iets is dat je altijd voor de lange termijn doet. Simpelweg omdat dán de kans op het hoogste rendement het grootst is.

Fiscaal gunstig
Bovendien is de individuele inleg voor de eigen pensioenopbouw fiscaal gunstig in Nederland! De overheid beloont mensen die zelf hun pensioen opbouwen met een interessante fiscale aftrek. De jaarlijkse belastingopgave van de inkomstenbelasting mag worden verminderd met de inleg voor dat pensioen waardoor men dus letterlijk nu minder belasting betaalt! We hebben het dan over de zogenoemde jaar- en reserveringsruimte.

Deze fiscale faciliteit is een goede stimulans – vanuit de overheid geïnitieerd – om ook jongeren makkelijker iets voor hun pensioen opzij te kunnen laten zetten. In plaats van boosheid om de veronderstelling dat ‘men niet zou mogen meepraten over het pensioenstelsel’, zou – in onze optiek een lichte glimlach rechtvaardiger zijn.

Want… beleggen voor je pensioen is niet alleen bij veel Nederlanders gemeengoed geworden; beleggen voor je pensioen is op deze wijze zelfs een wezenlijk onderdeel van het pensioenstelsel in Nederland geworden.

Ontdek meteen hoe eenvoudig het werkt! We hebben enkele interessante rekentools ontwikkeld, die beleggers-in-spé een goed inzicht verschaffen in wat mogelijk is.

Let op: Beleggen brengt risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde kan stijgen maar ook dalen.