Fiscale oudedagsreserve (FOR) omzetten

Als zelfstandig ondernemer kunt u gebruik maken van de fiscale oudedagsreserve, beter bekend als FOR.

FOR is uitstel van betaling
Als u gebruik maakt van de FOR brengt u een bedrag in mindering op de winst van uw bedrijf. U mag in 2019 maximaal 9,44% van de winst in mindering brengen. Het maximum bedrag dat u als FOR mag reserveren is €8.999 (2019). Over het bedrag dat u reserveert hoeft u in 2019 geen belasting te betalen. U krijgt dus uitstel van betaling.

Afrekenen over FOR
Het is de bedoeling dat u het geld dat u reserveert met de FOR ook daadwerkelijk opzij zet. Maar in veel gevallen wordt het geïnvesteerd in het bedrijf. De FOR staat wel op de balans als reservering maar veel ondernemers hebben er geen echt geld tegenover staan. En het is dan ook maar de vraag of er rendement mee wordt gemaakt.

Het verdwijnt als het ware in het bedrijf.

Maar op enig moment zult u over het bedrag dat u als FOR heeft opgebouwd moeten afrekenen met de fiscus. Voor de meeste ondernemers is dat het moment waarop ze het bedrijf beëindigen. Maar niet elke ondernemer heeft dus daadwerkelijk geld hiervoor gereserveerd. Vaak gaat men er vanuit dat de verkoop van het bedrijf voldoende geld oplevert om de belasting die betaald moet worden over de FOR te kunnen betalen. Als dat tegenvalt is er een probleem. De belasting moet gewoon betaald worden. En in plaats dat er nog wat overblijft uit de verkoop van het bedrijf kan men dus met een belastingschuld blijven zitten.

Aan de FOR zit nog een risico. Gaat uw onderneming failliet, dan gebruikt de curator de oudedagsreserve om schuldeisers te betalen.

FOR omzetten
Steeds meer mensen realiseren zich dat het verstandig is om tussentijds iets met de FOR te doen. Meestal ontstaat dit besef bij ondernemers die al een aantal jaren bestaan en inmiddels over meer liquide middelen beschikken. Dat is dan vaak het moment om na te denken over de FOR reservering.

Als u het prettig vindt om uw oudedagsvoorziening ook daadwerkelijk op te gaan bouwen en buiten het bedrijf te brengen dan kunt u op ieder gewenst moment de FOR omzetten naar een (geblokkeerde) lijfrenterekening. Dat kan dus tijdens het bestaan van de onderneming maar ook bij het opheffen van de onderneming.

Tijdens de opbouwperiode kunt u ervoor kiezen om de FOR af te storten naar (geblokkeerde) lijfrenterekening. Dat gaat in principe in twee stappen. Eerst laat u de FOR (of een deel) vrijkomen en wordt uw belastbare inkomen met dit bedrag verhoogd. U zou dan dus in één keer belasting moeten betalen over het de FOR afname. Maar als u het bedrag doorstort naar een (geblokkeerde) lijfrenterekening dan heeft u voor hetzelfde bedrag meteen een aftrekpost. En is uw inkomen weer naar beneden aangepast.

Op dat moment verdwijnt de FOR dus van de balans van de onderneming. Een mogelijke optie is om dat jaarlijks te doen zodat de gereserveerde FOR periodiek wordt afgestort. De liquiditeitspositie in de onderneming gaat er hierdoor wel op achteruit maar daar krijgt u de zekerheid van een solvabele oudedagsvoorziening voor terug.

Naast het afstorten van de FOR mag u uiteraard ook gebruik maken van de jaarruimte en de niet gebruikte reserveringsruimte over de afgelopen 7 kalenderjaren.

FOR omzetten bij staking onderneming
Zet u de FOR om bij staking van de onderneming, gebeurt er eigenlijk hetzelfde. De stakingswinst wordt verhoogd met de vrijvallende FOR en omdat u deze meteen afstort wordt deze met hetzelfde bedrag weer vermindert. Ook dan hoeft u dus niet in één keer belasting te betalen over het hele bedrag.

Zet u de FOR om na beëindiging van de onderneming dan hoeft u niet meteen te beginnen met uitkeren. U mag de uitkering uitstellen tot maximaal 5 jaar na het bereiken van de AOW leeftijd maar u mag na het bereiken van de AOW leeftijd niet meer doteren aan de FOR.

Ook de Oudedagsverplichting (ODV) is om te zetten
Een Oudedagsverplichting (ODV), voormalig pensioen in eigen beheer, kan ook gestort worden op (geblokkeerde) lijfrenterekening.

De ODV uitkering moet uiterlijk twee maanden na de AOW datum ingaan en loopt verplicht door tot 20 jaar na AOW datum. Een ODV uitkering mag eerder ingaan: 5 jaar voor het bereiken van de AOW leeftijd mag de BV beginnen met uitkeren. De uitkeringsduur is dan 20 jaar plus het aantal jaren voor de AOW datum. Andere opties zijn er niet.

De regels in de uitkeringsfase van een lijfrente bieden meer flexibiliteit. De lijfrente-uitkering mag maximaal vijf jaar later dan de AOW-datum ingaan en heeft onder bepaalde voorwaarden een kortere looptijd van minimaal 5 jaar.

In eerste instantie bood de nieuwe wet niet de mogelijkheid om een reeds uitkerende ODV alsnog om te zetten naar lijfrente. Dat heeft de staatssecretaris in een besluit toch goedgekeurd. Er zijn wel een aantal belangrijke voorwaarden. Raadpleeg hiervoor uw accountant of fiscalist!

Fiscaal neutraal
Het omzetten van FOR of ODV naar een (geblokkeerde) lijfrenterekening gaat is ook fiscaal geruisloos, er wordt dus niks afgerekend met de fiscus. Ook geen vermogensrendementsheffing in box 3. Pas als u het saldo op de opbouwrekening omzet naar een uitkeerrekening gaat u over iedere uitkering belasting betalen.

Afhankelijk van uw situatie kan het belastingtarief in de uitkeringsfase belangrijk lager zijn en dat maakt de regeling extra aantrekkelijk.

Let op: Beleggen brengt risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde kan stijgen maar ook dalen.