Het ‘proefballonnetje’ over vermogensbelasting

Staatssecretaris Menno Snel van Financiën maakte afgelopen week bekend dat er een grote wijziging van de belastingheffing op spaargeld en beleggingen in box 3 aankomt. Volgens de nieuwe methode van belastingheffing in box 3 worden spaargeld en beleggingen niet meer op één hoop gegooid, zoals nu wel gebeurt met de vermogensrendementsheffing.

Budget Neutraal
De maatregel betekent dat zo’n 1,35 mln mensen straks geen vermogensrendementsheffing meer gaan betalen, en bijna 500.000 mensen minder belasting gaan betalen. Maar omdat de operatie ‘budgetneutraal’ is betekent het dat zo’n één miljoen mensen meer moeten gaan betalen.

Het voorstel van Menno Snel valt gelukkig nog in de categorie ‘proefballonnetje’. Het is een onderzoek waar nu een voortgangsrapportage voor een voorstel is uitgekomen.

Maar is dit voorstel wel zo goed? Laten we eens bekijken hoe dit zit.

Het voorstel
Menno Snel wil de vermogensheffing zo aanpassen dat voor spaargeld een rendement wordt gekozen dat dicht bij de daadwerkelijke rente op spaargeld ligt. Bovendien wordt de eerste 400 euro van uw inkomsten uit sparen en beleggen straks helemaal niet meer belast.

Daardoor zou u met de huidige extreem lage rente, van gemiddeld 0,09 procent, pas belasting gaan betalen als u meer vermogen heeft dan 440.000 euro. Want pas als u meer dan dat bedrag op de bank heeft staan verdient u meer dan 400 euro aan rente, zoals het er nú voor staat.

U betaalt dus geen cent belasting over dat spaargeld. Wel zo eerlijk, want u heeft er ook nagenoeg geen cent aan verdiend met rente.

Eindelijk geen belasting meer over het spaargeld of …..

En als de spaarrente gaat stijgen?
Het voorstel is gebaseerd op de huidige lage spaarrente. Maar de rente is variabel en daardoor de grens ook. Verder geldt dat alleen de eerste 30.846 euro aan beleggingen en spaargeld is vrijgesteld van belastingheffing. Maar komt u daar 1 euro bovenuit, dan wordt het rendement uit het volledige beleggings- of spaarbedrag van 30.847 euro meegenomen.

Stel bijvoorbeeld dat de spaarrente weer stijgt naar 2 procent. In dit geval is het rendement op 100.000 euro spaargeld 2.000 euro. Daarvan is 400 euro vrijgesteld van belasting, maar over de overige 1.600 euro betaalt u 33 procent belasting ofwel 528 euro belasting.

Op dit moment betaalt zo iemand 30 procent belasting over 1,9 procent (het gemiddelde fictieve rendement) van 69.640 euro (100.000 min het heffingsvrije deel 30.360). Dat komt uit op 396,95 euro.

Oeps!

Beleggers zijn minder goed af
Waar de nieuwe regels voor spaarders (bij de huidige lage rente!) gunstiger worden, is dat voor beleggers wel anders. In 2022 gaat de Belastingdienst dus kijken naar uw werkelijke bedrag aan beleggingen. Het forfaitaire rendement daarop is in 2020 vastgesteld op 5,33 procent.

Op dit moment betaalt zo iemand dus 396,95 euro (zie boven).

In de nieuwe situatie betaalt diezelfde belegger maar liefst ruim 4 keer zoveel: 100.000 x 5,33 procent = 5.333 euro. Daarvan wordt 400 euro heffingsvrij inkomen afgetrokken, blijft er 4.933 euro over. En daarover wordt 33 (was 30%) procent belasting geheven: 1.628 euro dus.

Het is helemaal pijnlijk als u uw geld helemaal of voor een groot deel stopt in staatsobligaties, die leveren namelijk amper iets op maar er wordt wel uitgegaan van 5,33% rendement. Deze groep zal dus ook in de toekomst belasting moeten betalen over inkomsten die ze helemaal niet hebben.

Dat is ook staatssecretaris Menno Snel niet ontgaan, maar hij neemt het op de koop toe. “Het is te verwachten dat een deel van deze beleggingen in spaargeld wordt omgezet”, schrijft hij aan de Kamer.

Oeps!

Moeten we nu gaan sparen?
Op spaarrekeningen liggen veel spaarrentes tegen het nulpunt. En de vraag is of bijvoorbeeld grootbanken overgaan tot het invoeren van negatieve spaarrentes. Als u rekening houdt met de koopkracht van spaargeld is eigenlijk al geruime tijd sprake van een negatieve rente.

Naast de inflatie moet u als spaarder ook rekening houden met de belasting op uw vermogen. Voor spaargeld en beleggingen die in box 3 worden belast, geldt nu een vrijstelling van 30.360 euro per persoon in 2019. U betaalt over 100.000 euro effectief 0,3967 procent belasting.

Om vermogen dat onder de heffing in box 3 valt waardevast te houden, is bij een spaarvermogen van een ton een rendement van minimaal 3,5 procent nodig (optelsom van de inflatie van 3,1 procent in augustus 2019 en de vermogensbelasting).

In het nieuwe belastingplan moet de spaarrente zelfs 4,5% bedragen om uw 100.000 euro spaargeld waardevast te houden.

Oeps!

Het antwoord is dus nee!
Sparen levert namelijk altijd verlies op. Dit komt door inflatie. Slechts zelden is op termijn de rente hoger dan de inflatie. Dit betekent dat uw koopkracht jaarlijks daalt en dat de rente dit niet compenseert. Dus sparen is goed voor zaken op de korte termijn, maar voor dingen die u later wilt doen is het slecht.

Het klinkt leuk; ‘geen belasting over uw spaargeld’, maar dat is te ‘Snel’ door de bocht.

Let op: Beleggen brengt risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde kan stijgen maar ook dalen.