De beurzen hebben afgelopen weken een stapje teruggedaan. Niet leuk, maar dat hoort erbij. Vrijwel geen enkele beurs, geen enkele belegger is er aan ontkomen. De meest fantastische portefeuilles, die volkomen logisch zijn samengesteld, zijn meegegaan in deze daling. Maar wat is dan fantastisch, wat is volkomen logisch? Ik denk in ieder geval een beleggingsportefeuille die uitlegbaar is, waarbij een reëel uitzicht is op het realiseren van doelstellingen. Een portefeuille die transparant is qua samenstelling en qua kosten.
Ratio
Wanneer een beurs een hoogste of een laagste koers heeft bereikt is niet te zeggen. Er zijn meer factoren die meespelen dan alleen platte (bedrijfs-) economische data. Denk aan de twitteracties van Trump of een verspreking van een centrale bankpresident. Het zet een beurs in beweging terwijl de bedrijfsresultaten niet veranderd zijn. Toch stappen er nu beleggers uit de markt terwijl die markt, op basis van de economische data, circa 18% goedkoper is ten opzichte van begin van het jaar. Deze 18% is de optelsom van de koersdaling van dit jaar en de hogere winsten van de bedrijven. Op 1 januari waren deze beleggers nog positief en wilden graag in de markt blijven; wellicht niet omdat zij naar de cijfers hebben gekeken van de waarderingen, maar meer door de resultaten van het voorafgaande jaar.
Alternatief
En wat is dan het alternatief? Geld op een spaarrekening heeft nog nooit wat opgeleverd. Veel beleggers hoor je praten over vastgoed. Is dat dan een handige investering? Nu klinken de waardestijgingen als muziek in de oren. Maar wat als de rente gaat stijgen? Wat als je ouder wordt en geconfronteerd wordt met onderhoud en leegstand. Vastgoed is niet liquide. Je moet altijd bedenken wat de exit kan zijn op het moment dat iedereen de uitgang zoekt.
Sowieso buiten de beurs om beleggen is vaak een lastiger verhaal. Wie controleert het? Hoe komen waarderingen tot stand en hoe liquide is de handel?
Transparantie
Als belegger wil je weten waarin je belegt, hoe dat beheerd wordt en ook wat de kosten daarvoor zijn. Nu krijg ik de laatste tijd behoorlijk kromme tenen wanneer ik kijk naar de marktontwikkelingen. Een paar jaar geleden zijn de zogenaamde retourprovisies afgeschaft. De belegger zou veel duidelijker moeten kunnen zien waarvoor wel en niet betaald wordt en aan wie. Sindsdien is het aantal zogenaamde fund-of-funds als paddenstoelen uit de grond geschoten.
De vraag is nu in wiens belang dat is? Een hele dienstverlening, die vroeger bestond uit zogenaamd beleggingsfondsenbeheer, is nu verpakt in een enkel fonds dat weer belegt in een mand van beleggingsfondsen. Vanuit de aanbieder zijn er prachtige teksten te bedenken om dit te onderbouwen: om de kosten laag te houden, om de slagvaardigheid te vergroten of om te voorkomen dat de belegger wordt lastiggevallen met 10 portefeuilleregels die niet begrepen worden.
Terug bij af
Maakt dat het dan transparanter? Welnee! De eenvoud is er inderdaad; in plaats van die 10 verschillende fondsen staat er alleen nog maar Fonds Neutraal of Fonds Offensief. Maar wat zit er in en wat zijn de kosten? Vaak moet er diep gegraven worden op zoek naar deze gegevens. Een ogenschijnlijk spotgoedkoop mixfonds belegt weer in de eigen fondsen met wel een dikke kostenload. De optelsom is dat er inderdaad op een heel eenvoudige wijze door de cliënt net iets meer betaald en door de beheerder net iets meer verdiend wordt.
Eigenlijk zijn we op deze wijze weer terug bij af! Het afschaffen van de retourprovisies of onduidelijke kostenpatronen zijn niet opgelost. De belegger wenst gemak, maar ook duidelijkheid. Er zijn anno 2018 gelukkig legio aan mogelijkheden om dit te combineren; de fund-of-fund-structuren horen daar denk ik niet echt bij.
Wat dan wel?
Zorg dat je begrijpt waarin je belegt. Maak een plan en houd je daar ook aan. Stort bijvoorbeeld periodiek bij en stop daar niet mee wanneer de beurs eens tegenzit. Onderhoud de portefeuille, immers de wereld verandert en niet meeveranderen zal leiden tot de fotorolletjes in het digitale tijdperk.
Let op: Beleggen brengt risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde kan stijgen maar ook dalen.