Jaarlijks worden er ontelbaar veel vergelijkingen gemaakt van actief beheerde beleggingsfondsen ten opzichte van de passende benchmark. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de continuïteit van de performance. Dit laatste is een interessant, maar zeker ook belangrijk punt, immers, veel beleggers baseren keuzes op basis van prestaties uit het verleden. Keer op keer blijkt dat de outperformer van vandaag absoluut niet de outperformer van morgen hoeft te zijn. De optelsom is dat meer dan 90% van de beleggingsfondsen, gemeten over de afgelopen 15 jaar, het aflegt tegen de benchmark (representatieve indexbelegging).
Rendementen uit het verleden
We weten allemaal dat het geen garantie biedt voor de toekomst, maar in de wereld van beleggen, waar veel onzekerheden zijn, biedt dat iets tastbaars. De rendementen zijn gerealiseerd en niet meer terug te draaien. Ditzelfde geldt voor kosten. Ook een belangrijk item, maar nu de marges in de afgelopen jaren geminimaliseerd zijn, is de impact daarvan zwaar ondergeschikt geraakt aan de keuzes binnen de beleggingsportefeuilles. Wat is de asset allocatie (bepaalt ca 80% van het rendement) en vervolgens de tactische keuzes (regio’s, sectoren, thema’s, etc.).
Buy & Hold
Steeds minder, maar het idee leeft nog dat beleggingsfondsen heel actief inspelen op de beursbewegingen in de wereld. Het aantal beleggingsfondsen dat echt actief is en zich dus minimaal confirmeert aan een benchmark in de vorm van een index is moeilijk te vinden en zie je bijna niet terug in de beleggingsportefeuilles van particuliere beleggers. De meeste bancaire portefeuilles die vrijwel altijd uit beleggingsfondsen bestaan, kennen vrijwel nooit zo’n ‘unconstrained’ beleggingsfonds. Deze fondsen blijken dus voor een belangrijk deel de representatieve index te volgen; waarom dan niet gewoon de index kopen?
Nu is de vraag hoe een beleggingsfonds dan geselecteerd wordt? Op rendementen uit het verleden selecteren blijkt totaal niet zinvol. Uit onderzoek blijkt (S&P Dow Jones Indices, SPIVA) dat maar 7% van de beleggingsfondsen die in september 2016 bij de beste 25% hoorden nog steeds bij dit beste kwart behoorden in september 2018.
Er blijkt dus totaal geen continuïteit te zijn in de prestatie van beleggingsfondsen. Er is zelfs een iets grotere kans dat goed presterende beleggingsfondsen zullen afzakken naar de lagere regionen en omgekeerd. De beleggingsfondsenbelegger zou dus, op basis van deze theorie, er goed aan doen om de minder presterende beleggingsfondsen te selecteren. Maar ja, dat voelt ook niet echt fijn. In ieder geval zou je niet de slechtst presterende fondsen in een bepaalde categorie moeten vervangen voor de best presterende uit diezelfde categorie.
Het alternatief
Het alternatief ligt natuurlijk voor de hand. Simpelweg de index kopen. Met indexbeleggen weet je dat je de index in principe niet gaat verslaan. En als de index daalt, tja, dan daal je mee, 1 op 1! Het voordeel is echter dat je precies weet waarin je belegt, je de beursgenoteerde indexbeleggingen (ETF’s ) doorlopend kan verhandelen en er meer dan voldoende keus is om een goed gespreide beleggingsportefeuille samen te stellen. De prestaties van indexbeleggingen van verschillende uitgevende partijen liggen vaak heel dicht bij elkaar. De selectie wordt meestal gemaakt op basis van handelsvolumes en beurs van notering.
De volgende stap is het moeilijkste. Dat is de keuze maken van de beleggingen; de samenstelling van de beleggingsportefeuille, uiteindelijk is dat het belangrijkste. Maar dat moet zowel in actieve als passieve beleggingsinstrumenten.
En nog steeds is het belegd vermogen in beleggingsfondsen veel groter dan in indexbeleggingen. Op een gegeven moment zal dat gelijk trekken en zal het indexbeleggen ongetwijfeld groter worden, maar dat duurt, zeker in Europa, nog heel lang. Kijk naar alle grootbanken en grote effectenbanken in Nederland. De meeste beleggingsportefeuilles worden samengesteld uit 100% beleggingsfondsen!
En nu?
Het genoemde onderzoek is gebaseerd op Amerikaanse beleggingsfondsen. Gelukkig zijn wij Europeanen. Maar zou het hier anders zijn? Natuurlijk worden de onderzoeken gedaan vanuit instanties die daar een belang bij kunnen hebben, maar waar blijven dan de tegenhangers? Wanneer het onderzoek gekleurd zou zijn kan er ook een onderzoek op tafel getoverd worden waaruit het omgekeerde blijkt. Stel die vragen eens aan uw bank: ‘Waarom beleggen jullie voor mij in beleggingsfondsen?’, ‘En hebben jullie een onderzoek waaruit blijkt dat dat beter is dan indexbeleggingen?’ Erg benieuwd naar hun antwoord!
PS niet verder vertellen 😉 maar hier is onze selectie van indexbeleggingen