Vrijkomende lijfrente en belastingen
Op pensioengebied zijn er 2 fasen te onderscheiden: de opbouwfase (pensioen opbouwen tijdens uw werkzame leven) en de uitkeringsfase (lijfrente uitkeren na pensionering). Op deze pagina gaan we uitgebreid in op de uitkeringsfase en de mogelijkheden.
Voor veel mensen geldt dat ze een expirerende / vrijkomende lijfrente direct willen gebruiken als aanvulling op hun pensioeninkomen. Als u daarvoor kiest, dan wordt het lijfrentekapitaal bij een bank, verzekeraar of beleggingsinstelling gestort. Vanaf het moment dat het bedrag gestort is, zal het lijfrentekapitaal in termijnen uitgekeerd worden. Dit kan vaak per maand, kwartaal of (half)jaar zijn.
Vanaf het moment dat de uitkeringen beginnen, bent u inkomstenbelasting over de uitkeringen verschuldigd (in Box 1). Deze inkomstenbelasting hoeft u niet zelf af te dragen. De partij waar de lijfrente gestort is, houdt namelijk op elke uitkering de inkomstenbelasting in draagt deze af aan de belastingdienst. U ontvangt dus een netto uitkering, nadat de verschuldigde inkomstenbelasting al is afgedragen aan de belastingdienst.
Nog geen Dexxi Lijfrenterekening?
Open hier uw lijfrenterekeningRegels uitkeringsfase
Op een bepaald moment mag er niet langer uitgesteld worden en moet er verplicht met de uitkering begonnen worden. De belangrijkste uitkeringsvoorwaarden hebben wij hieronder voor u op een rij gezet:
- De uitkeringen moeten uiterlijk ingaan in het jaar waarin de rekeninghouder de leeftijd bereikt die ligt vijf jaar na het jaar waarin u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. De einddatum mag uiterlijk 31 december zijn, vijf jaar na het jaar waarin u de AOW-leeftijd heeft bereikt. Bereikt u in 2019 de AOW-leeftijd? De einddatum mag uiterlijk 31 december 2024 zijn.
- Starten de periodieke uitkeringen vóór het kalenderjaar waarin u recht op AOW heeft? Dan is de minimale looptijd van de uitkering 20 jaar, plus het aantal jaren dat u jonger bent dan uw AOW leeftijd. Daarbij wordt gerekend vanaf het moment van de eerste uitkering. Bijvoorbeeld: u bent 60 jaar als u de eerste periodieke uitkering ontvangt. U heeft recht op AOW vanaf uw 67e levensjaar. De minimale looptijd is dan 20 + 7 (67-60) = 27 jaar.
- Starten de periodieke uitkeringen vanaf het kalenderjaar waarin u AOW krijgt? Dan moeten de uitkeringen minimaal 5 jaar lopen, als de uitkering per jaar niet meer is dan het wettelijke maximum (€ 21.483 voor 2018). Komt de uitkering per jaar boven dit wettelijk maximum uit, dan moet de looptijd zodanig verlengd worden dat de uitkering niet boven het maximum uitkomt.
Oud versus nieuw regime lijfrente
Let op: Hiervoor gelden andere fiscale spelregels.
Voordelen lijfrente uitkeren
Wanneer een lijfrente wordt uitgekeerd dan biedt dit een aantal voordelen:
- Het lijfrentekapitaal wat tijdens de uitkeringsfase nog niet uitgekeerd is, maar nog geblokkeerd staat op uw rekening of afgestort is bij een verzekeraar, is vrijgesteld van belasting. Er wordt geen vermogensrendementsheffing in box 3 berekend.
- Als de lijfrente pas na de pensioendatum wordt uitgekeerd, dan is de te betalen inkomstenbelasting over de uitkeringen vaak lager dan wanneer vóór de pensioenleeftijd wordt uitgekeerd.
- Door de uitkeringen over meerdere kleinere uitkeringen te verspreiden, kan het inkomen langere tijd onder het plafond van een belastingschijf gehouden worden, waardoor eventueel nog extra op de te betalen belasting bespaard kan worden.
Kom direct meer te weten over lijfrentebeleggen!
Doe de quizMogelijkheden
Lijfrente uitkeren via banksparen
- Er wordt een vaste rentevergoeding, looptijd en uitkering afgesproken. Dit biedt heel veel zekerheid en duidelijkheid over de hoogte en duur van de uitkeringen.
- De kosten bij banksparen zijn meestal lager dan bij verzekeren.
- Banksparen biedt veel zekerheid doordat de bankspaarrekening onder het depositogarantiestelsel valt.
- Als de rekeninghouder komt te overlijden, wordt het opgebouwde saldo uitgekeerd aan de erfgenamen en gaat dus niet verloren.
Lijfrente uitkeren via lijfrenteverzekering
- Bij een lijfrenteverzekering kan vooraf een levenslange uitkering overeengekomen worden. Bij banksparen en de beleggingslijfrente kan dit niet.
- U kunt kiezen voor een verzekering op alleen uw leven of voor een verzekering op 2 levens (tevens uw partner). Indien u kiest voor één leven, dan stopt de uitkering van lijfrentetermijnen zodra u overlijdt. In de regel wordt gekozen voor 70 % overgang op de langstlevende partner. U kunt ook een ander overgangspercentage overeenkomen. Op het moment dat u voor 2 levens kiest, houdt dit wel in dat de maandelijkse uitkering lager zal worden.
- Bij een lijfrenteverzekering geldt dat het saldo bij overlijden vervalt (aan de verzekeraar). Wilt u dit overlijdensrisico afdekken, dan dient hiervoor een extra contraverzekering afgesloten te worden.