Meer pensioenflexibiliteit als DGA

De DGA’er weet het: zodra de AOW-leeftijd is bereikt, is het moment aangebroken om vanuit de BV de zogenoemde opgebouwde oudedagsreserve in de komende 20 jaren te gaan uitkeren. Die uitkering kan overigens ook al iets eerder starten dan het moment dat de AOW-leeftijd wordt bereikt (namelijk, 5 jaar eerder), maar de wettelijke AOW-leeftijd is hoe dan ook een belangrijk financieel moment voor de DGA die uitkijkt naar een rustig pensioenleven. Zonder al te veel financiële zorgen.

Maar ja…  

Wil men wel meteen aan zichzelf uitkeren?

Immers, er zijn genoeg DGA’s die willen doorwerken na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. En, waarom niet? Er is niets mis met doorwerken of door-ondernemen, zeker als u er nog volop voldoening uithaalt. Ook kan de DGA de wens hebben dat hij zijn in de BV opgebouwd vermogen wil uitkeren in een periode korter dan 20 jaar. Ook zullen er gepensioneerde DGA’s zijn, die op een gegeven moment van hun BV af willen om bijvoorbeeld kosten te besparen.

Zoektocht naar flexibiliteit
Het is bovendien mogelijk dat de BV een negatief eigen vermogen heeft maar bovenal – en dan komen we in dit blog bij ons punt – willen DGA’s flexibiliteit in hun uitkering. Dat laatste is volledig begrijpelijk: DGA’ers hebben jaren en jaren ondernomen, altijd hun eigen keuzes gemaakt, zelf de regie gehouden en dan plots – op het moment dat de AOW-leeftijd is bereikt – wordt men in een financieel en fiscaal keurslijf geduwd.

Niet leuk.

En, niet wenselijk.

Overdragen vóór de uitkeringsperiode
Gelukkig geldt ook hier echter het aloude (ondernemers)credo: ‘Regeren is vooruitzien’ want de DGA kan strategisch voorsorteren op deze gewenste flexibiliteit.

Feitelijk is de oplossing dan ook heel simpel: het opgebouwde ODV-kapitaal in de BV kan hij al vóór de uitkeringsperiode overdragen naar een opbouwende beleggingslijfrente-rekening.

Natuurlijk is het ook een optie om te kiezen voor een bankspaarrekening waardoor de hoogte van de uitkering is gegarandeerd, maar feit is wel dat de uitkering – door de rentestand – relatief laag is. Dat is iets waar de DGA in de meeste gevallen dus niet voor zal kiezen. Bovendien is de DGA’er – vanuit zijn eigen (ondernemers)genen beredeneerd – al zijn hele leven gewend aan het nemen of incalculeren van een zeker risico.

Het starten van een beleggingslijfrente is daarom de meest realistische optie.

Hét grote voordeel bij deze beleggingslijfrente-rekening is dat de DGA op dat moment zijn eigen beleggingshorizon verlengt. Niet alleen kan – naar eigen inzicht – een beleggingsprofiel worden gekozen, maar ook ontstaat de mogelijkheid om in de uitkeringsfase te kiezen voor bijvoorbeeld een hoog-laag uitkering door deels het ODV-kapitaal over te boeken. Dus, de eerste 10 jaar ná het bereiken van de AOW-leeftijd een hoge jaarlijkse uitkering en de laatste 10 jaar wat lager.

Wat u maar wilt.

U hebt de regie.

Met andere woorden: door het opgebouwde vermogen in de BV (deels) over te hevelen naar een beleggings-lijfrenterekening ontstaat flexibiliteit.

Ons belangrijkste advies nu, voor u:

  • Overleg met uw adviseur, accountant of boekhouder wat voor u de mogelijkheden zijn. Immers, de te maken keuzes zijn uiteindelijk altijd afhankelijk van een ieders eigen individuele persoonlijke omstandigheden. Maar weet wel: er zijn dus volop interessante mogelijkheden met een vooral flexibel perspectief.

En…

  • Stuur het linkje van dit blog naar diezelfde adviseur, accountant of boekhouder.

Hebt u – als ondernemende DGA – echter zelf al de juiste conclusie getrokken na het lezen van dit blog?

Ook prima!

We nodigen u van harte uit!

Let op: Beleggen brengt risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde kan stijgen maar ook dalen.